Literatuur B6 Vergiftiging

B6-stofwisseling in een “notendop” op een rijtje gezet

De lever is de grootste “dirigent” van het B6-metabolisme. Recent onderzoek van de Universiteit Groningen (2012) heeft echter aangetoond dat ook de darmen een zeer belangrijke rol spelen in het handhaven van B6-niveau’s in het lichaam. Bepaalde lever- of darmaandoeningen zouden derhalve het B6-metabolisme negatief kunnen beïnvloeden. In het plasma van het bloed is B6 vooral in de vorm van P-5-P aanwezig gebonden aan albumine en het hemoglobine in de rode bloedcel. Om door de weefsel te kunnen worden opgenomen, is het zinkafhankelijke enzym alkalische fosfatase mede van belang. Bij een insufficiëntie van dit enzym kan met name P-5-P in het bloed flink oplopen (maar dalen in weefsels!), ook zonder bijzonder hoge innames. Nadat P-5-P door alkalische fosfatase-enzymen is gedefosforyleerd kan het door FAD (vitamine B2) en molybdeen afhankelijk aldehyde-oxidases en NAD (vitamine B3) afhankelijke dehydrogenases verder worden afgebroken (FAD en NAD in citroenzuurcyslus) en worden uitgescheiden.

Als in de organen (met name darmen, lever en spieren) het zink- en magnesiumafhankelijke enzym pyridoxaal-kinase insufficiënt is, zal de vitaminevorm van B6 (pyridoxine) niet goed worden omgezet in de actieve P-5-P vorm (hetgeen soms ook bij autistische kinderen kan worden waargenomen). Hierbij doet zich het fenomeen voor, dat (ook bij géén extra inname van B6) de bloedwaarden kunnen oplopen, waarbij dan vooral pyridoxine aanwezig is i.p.v. P-5-P (dat normaal de overhand behoort te hebben: een verhoogd totaal, echter met een verstoorde ratio).

Nicotinamide Adenine Dinucleotide ( NAD+ )
Dit is een verbinding die bestaat uit nicotinezuuramide-, ribose-, pyrofosfaat- en adeninemoleculen. NAD+ is de belangrijkste elektronenacceptor bij de oxidatie van brandstofmoleculen. De gereduceerde vorm van NAD+ is NADH. Dit NADH wordt via de elektronentransportketen weer geoxideerd, waarbij het energierijke ATP ( adenosine tri-fosfaat) opgebouwd wordt.
Wanneer het coënzym is betrokken bij de opbouw van stoffen tijdens de biosynthese, bevat het een extra fosfaatgroep op de 2’-plaats van ribose (NAD+ en NADPH).
Bij de biosynthese van de vetzuren bijvoorbeeld, worden de vier elektronen die nodig zijn voor de reductie van een carbonylgroep tot een methyleengroep, geleverd door twee moleculen NADPH.

Flavine Adenine Dinucleotide ( FAD ); Flavine Adenine Mononucleotide ( FMN)
FAD en FMN zijn belangrijke coënzymen in enzymatische redoxreacties.
De coënzymen zijn enzymatisch gemodificeerde versies van vitamine B2 ( Riboflavine) en bevatten als chemisch actief deel het flavinefragment ( de isoalloxazinering).
De flavine-ring dankt zijn naam aan het Latijnse woord flavius dat geel betekent. Verbindingen met het flavinefragment zijn als vaste stof en in neutrale oplossing helder geel.
Het vitamine riboflavine wordt enzymatisch in twee actieve coënzymvormen omgezet.
Fosforylering op de 5’-OH van de ribitylgroep geeft FMN. Adenosinylering van FMN geeft FAD. FAD treedt onder andere op als elektronenacceptor in oxidaties van alkanen naar alkenen waarbij FAD gereduceerd wordt tot FADH2.
Die neurotoxiciteit kan overigens berusten op het teveel aan pyridoxine of simpelweg het functionele tekort aan werkzame P-5-P dat immers door de enorme overmaat aan het niet-werkzame pyridoxine ontstaat. Waardoor zou dan de lever van de betreffende personen overbelast kunnen zijn? Beschadiging door virussen, alcohol, verkeerde voeding, metabool syndroom, hormonen of mileutoxines? Of heeft de lever onvoldoende beschikking over magnesium en riboflavine (de twee belangrijkste cofactoren voor het omzetten van pyridoxine in P-5-P)? Magnesium in namelijk de cofactor van het enzym pyridoxaalkinase dat pyridoxine omzet/fosforyleerd tot pyridoxinefosfaat en riboflavine in de cofactor van het enzym pyridoxinefosfaatoxidase dat pyridoxinefosfaat omzet /oxideert tot P-5-P, de actieve metaboliet. Waardoor kan dit systeem zo enorm onder druk worden gezet? Molybdeen en vitamine B3 zijn met name noodzakelijk voor de activiteit van bepaalde aldehyde-oxidase- en dehydrogenase-enzymen die zorgen voor de afbraak van B6; ook hiermee zouden deels de hoge waardes kunnen worden verklaard als e.e.a. niet goed wordt afgebroken. Maar hoe komen al deze systemen zo enorm onder druk te staan dat het B6-metabolisme zo enorm ontspoort?

Een andere interessante vraag bij deze patiëntengroep is: hebben zij die B6-stapeling sinds hun geboorte al of is dat later in hun leven ontstaan?
Wat is nu de remedie? Veel Mg en B2 bijgeven? Extra NAC/Glutathion of silymarine voor de lever inzetten?

Gen-polymorfisme vitamine B6 gevonden
Vitamine B6 wordt ingezet bij talrijke klachten, maar bij steeds meer mensen worden te hoge spiegels in het bloedserum waargenomen en dit geeft kans op neurologische verstoringen. De Volkskrant meldde onlangs dat schaatser Sven Kramer niet meer kon schaatsen na gebruik van hoge doseringen vitamine B6.
In te hoge dosering (meer dan 25-100 mg per dag) kan vitamine B6 perifere sensorische neuropathie en zenuwdegeneratie veroorzaken. Klachten zijn dan tintelingen in handen en voeten, kiespijnen die niet te verklaren zijn na gebit controle bij de tandarts, pijnlijke voetzolen en pijnlijke zenuwscheuten die steeds verder optrekken in de extremiteiten. Soms treden neuropathische klachten op bij een (veel) lagere dosering vitamine B6. Ook is de kans op perifere neuropathie groter na langdurige vitamine B6-suppletie.
In de orthomoleculaire geneeskunde wordt de B 6 (pyridoxine) vaak gegeven in de reeds omgezette vorm namelijk als pyridoxal 5- fosfaat (P5P). Het vermoeden is echter dat ook deze vorm ongeveer even snel neurologische bijwerkingen zullen geven. Een P5P-bloedspiegel hoger dan 30 nmol/l (of een totale vitamine B6-gehalte in bloed hoger dan 40 nmol/l ) geeft aan dat de vitamine B6-voorziening voldoende is.

Het is onduidelijk hoe B6 precies problemen veroorzaakt. Klachten kunnen ontstaan bij lage en hoge doseringen, maar ook volledig uitblijven bij diezelfde doseringen. Onderzoekers van de Institute of Molecular Medicine, School of Medicine, Trinity College te Dublin en het Center for Human Genetics hebben daarom onderzocht of er variaties zijn in genen die de vitamine B6.stofwisseling regelen. Ze gingen op zoek naar zogenaamde SNP’s in het bloed van 2345 gezonde Ieren (Carter et al., 2015).
Enkel-nucleotide polymorfie (Engels: single nucleotide polymorphism, afgekort als SNP, uitgesproken als snip) betreft een variatie in het DNA – een polymorfie – van een enkele nucleotide lang. Op één plaats in het genoom kan men dan bij verschillende mensen een ander nucleotide aantreffen.

Bij deze gezonde volwassen Ieren kwamen verschillende gen-varianten B6 (SNP’s) voor. Deze gen-variaties beïnvloedden de vitamine B6 status in het bloed aanzienlijk. Kennelijk wisselt het verwerken van vitamine B6 van mens tot mens, afhankelijk van je genen. Verder onderzoek wordt nu uitgevoerd naar wat deze bevindingen nu betekenen voor vitamine B6 functies en de gevoeligheid voor neuropathie.

Bron: Natuur Diëtisten Nederland
Bron: Natuur Diëtsiten Nederland

Engelstalige Literatuur

Aanbevolen Literatuur

2 gedachten over “Literatuur B6 Vergiftiging

  1. Hoi, ik heb ook te maken (gehad) met een B6-vergiftiging.
    Dus ik lees deze pagina dan ook vol interesse, en vol ah-jaa’tjes.
    Dank je heel erg dat je deze site hebt gemaakt, en dat ik ook mensen hiernaar door kan verwijzen met vergelijkbare klachten (zoals ik had, of zoals ik ze hier ook lees: dat er ook psychische klachten kunnen zijn van te hoog B6…. dat wist ik niet, maar kan het zeker wel begrijpen…!

    Ik zie echter dat de (door)linkjes naar de wetenschappelijke artikelen niet meer werken. Het lijkt of het naar FB-sites gaat, en FB heeft nou net de onhebbelijke gewoonte om alles wat ook maar “onzin-wetenschap” lijkt, te verwijderen….

    Beter link je door naar een artikel op PubMed, en als het even kan, naar de Full Text. Hopelijk is die dan ook gratis beschikbar, want sommige “volledige teksten” moet je toegang voor vragen/kopen.
    En helaas heb ik die toegang niet meer, maar wel toen ik nog Biologie studeerde aan de universiteit 😉 Lang, lang geleden 😀

    Nogmaals echt heel erg veel dank.

    Groetjes,
    Tessa

    1. Hoi Tessa.

      Dank je wel voor je fijne reactie en nog meer om even aan te duiden dat bepaalde linken niet meer (goed) werken!!
      Ik ga hier dan ook mee aan de slag.
      Soms vergeet ik om linken de updaten of om ze regelmatig te controleren, dus mijn dank is groot dat je mij even alert maakt 🙂

      Psychische klachten gerelateerd aan B6 vergiftiging zijn inderdaad aanwezig.
      B6 is een belangrijke regulator van o.a. serotonine en adrenaline maar ook van vrouwelijke hormonen.
      Dus wanneer je teveel B6 neemt kunnen klachten ontstaan maar ook wanneer je dus (plots) stopt met B6.
      En zo zijn er nog wel meer supplementen die een impact hebben op ons gemoed, zowel positief als negatief.
      Mijn fout was dat ik de chemische werking van supplementen heb onderschat.
      Ondanks mijn medische achtergrond heb ik nooit stilgestaan bij het feit dat ook supplementen interacties teweegbrengen, net zoals reguliere medicijnen.
      Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar de farmacologie van supplementen en er is ook geen wet die dit controleert of reguleert op interacties, effectiviteit en veiligheid.
      Mensen gaan er dus vanuit (begrijpelijk) dat supplementen onschadelijk zijn, terwijl dat dus beslist niet altijd zo is.
      Ik heb inmiddels weer heel veel bijgeleerd, dat mag duidelijk zijn en ik hoop ook dat mensen aan mijn website baat blijven hebben want jij en ik zijn helaas een van de velen die getroffen worden door bijwerkingen van supplementen die overal vrij verkrijgbaar zijn…
      Hoe gaat het nu met jou?
      Wat is jouw verhaal en hoe ben je ermee omgegaan?

      Lieve groet, Fabienne.

Reacties zijn gesloten.